Strategische projecten

 

Speerpunt 1: Een gezonde werkcultuur

In iedere organisatie is het belangrijk dat er sprake is van een gezonde werkcultuur. Dit maakt het verschil tussen het succesvol of niet succesvol zijn van een organisatie. Een goede werkcultuur versterkt een positief imago van een organisatie. Juist in het onderwijs is de gezonde werkcultuur belangrijk, omdat het personeel een essentiële bijdrage levert aan de ontwikkeling van kinderen. Vanuit een aantal doelstellingen wordt er binnen Muzerij en Nuwelijn gewerkt aan het versterken van de gezonde werkcultuur, waarbij de doelstellingen in elkaars verlengde liggen. Door het bereiken van de ene, kan een andere doelstelling ook makkelijker worden bereikt.

Waar willen we naar toe?

o Als organisaties willen we ons richten op het terugdringen en het bewaken van het ziekteverzuim onder medewerkers. Het ziekteverzuim binnen Muzerij is op orde, maar er zal bewaakt worden dat dit zo blijft. Bij Nuwelijn is de doelstelling dat het ziekteverzuim wordt terug gedrongen tot maximaal 6%.

o We willen het werkplezier borgen. De implementatie van een kwaliteitssysteem zal hier een bijdrage aan gaan leveren.

o Met de komst van passend onderwijs is de verwachting dat er meer kinderen met extra zorgbehoeften zullen gaan deelnemen aan het reguliere (vroege) onderwijs. De medewerkers beschikken over een brede basis van kennis en vaardigheden. Passend onderwijs vraagt echter om versterking van de professionaliteit gericht op complexe vaardigheden. We willen de professionaliteit van onze medewerkers versterken, zodat zij over voldoende competenties beschikken. Wanneer medewerkers zich competent voelen, draagt dat bij aan een gezonde werkcultuur en minder ziekteverzuim of ziekte-uitval.

o Als organisaties willen we de (expertise) uitwisseling en de samenwerking op peuterspeelzaal- of school overstijgend niveau uitbreiden. We beschikken over alle benodigde kennis en vaardigheden binnen de gehele organisatie, maar niet binnen iedere peuterspeelzaal of school individueel. Het uitwisselen van expertise op overstijgend niveau draagt bij aan het versterken van de professionaliteit en samenwerking van medewerkers en kan de werkdruk verlagen.

o We willen de werkdruk bij onze medewerkers verlagen, waaraan professionalisering en uitwisseling van expertise een bijdrage kunnen leveren.

 

Speerpunt 2: Een sterke bedrijfsvoering

Naast een gezonde werkcultuur, is het voor iedere organisatie belangrijk om een gezonde (financiële) bedrijfsvoering te hanteren. Een van de speerpunten uit het strategisch beleidsplan is het versterken van de gezonde (financiële) bedrijfsvoering.

Waar willen we naar toe?

o Het blijven vinden van een gezonde balans tussen de inkomsten en uitgaven van beide organisaties, waarbij begroot en gebudgetteerd wordt op basis van het voorgenomen beleid.

o We willen als organisaties ernaar streven om de loonkosten terug te dringen en in balans te houden. Voor Muzerij wordt er gestreefd naar het terugdringen van de loonkosten. Bij Nuwelijn is deze doelstelling gericht op het tijdig inspelen op krimp, indien nodig. Voor beide organisaties kan het betekenen dat bekeken wordt hoe personeel over en weer ingezet kan worden (bijvoorbeeld bij ziekteverzuim van een leerkracht, kijken naar de mogelijkheden van het tijdelijk samenvoegen van groepen en PM’ers inzetten als klasse-assistent onder leiding van een leerkracht).

o Vanuit de visie streven we naar meer mogelijkheden voor innovatie gericht werken, waarvoor het belangrijk is dat er financiële mogelijkheden aanwezig zijn. In de (meerjaren)begrotingen zullen budgetten worden gereserveerd voor concrete, innovatieve projecten.

o Beide organisaties zijn in bepaalde mate afhankelijk van subsidie maatregelen, van zowel lokaal als overstijgend niveau. Het is belangrijk om de financiële mogelijkheden te blijven verkennen, waarbij het vergroten van het ondernemerschap een van de scharnierpunten zal zijn.

 

Speerpunt 3: Lokale betrokkenheid

Uit de visie van zowel Muzerij als Nuwelijn komt naar voren dat beide organisaties lokaal veranderd zijn, waarbij samenwerking een belangrijke factor is. Een van de speerpunten is dat de lokale betrokkenheid wordt vergroot, waarbij de lokale positie wordt behouden. Het uitdragen van de visie en de (gezamenlijke) waarden bepaalt voor een gedeelte het imago van beide organisaties, als ook van de peuterspeelzalen en scholen afzonderlijk. Ouders moeten blijven kiezen voor het aanbod dat wordt aangereikt door Muzerij en Nuwelijn.

Waar willen we naar toe?

o Muzerij en Nuwelijn hebben een stabiel markaandeel, maar de doelstelling is om het marktaandeel van zowel Muzerij als Nuwelijn te vergroten. Deze doelstelling is van belang om de ontwikkelings- en onderwijskwaliteit te blijven waarborgen en de huidige omvang van het personeelsbestand te blijven behouden. Voor Muzerij geldt de doelstelling dat 95% van de beschikbare plaatsen op de peutergroepen bezet moet zijn. Het marktaandeel van 4-12 jarige (Nuwelijn) dient minimaal 75% te zijn.

o In samenwerking zullen Muzerij en Nuwelijn aandacht besteden aan het versterken van de profilering (imago), onder andere door een gezamenlijke publiciteitsaandacht (PR).

o De peuterspeelzalen en scholen zijn samen met de ouders verantwoordelijk voor het creëren van de meest kansrijke mogelijkheden, zodat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Ook met de komst van Passend Onderwijs is het vergroten van de ouderbetrokkenheid een van de speerpunten die de komende jaren meer aandacht zal vragen. De wederzijdse betrokkenheid tussen peuterspeelzalen, scholen en ouders zal de kansen voor kinderen vergroten, waarbij communicatie met ouders een belangrijk onderdeel is. Elke peuterspeelzaal en elke school zal haar beleid voor ouderbetrokkenheid geformuleerd moeten hebben en hier uitvoering aan moeten geven.

 

Speerpunt 4: Een sterk aanbod

Muzerij en Nuwelijn hechten belang aan het stimuleren van een optimale ontwikkeling van kinderen. Een sterk aanbod is hierbij van groot belang. Elke peuterspeelzaal en iedere school dient een goed dekkend aanbod aan te bieden, waarbij de kwaliteit centraal staat. De kwaliteit van het aanbod is de belangrijkste doelstelling, waarbij ontwikkeling en onderwijs de kerntaken zijn. Een kwalitatief goed aanbod willen we bereiden door de volgende resultaten te behalen.

Waar willen we naar toe?

o We willen blijven werken aan het aanbieden van ontwikkeling en onderwijs in een optimaal pedagogisch klimaat.

o We willen als organisaties een eigentijds aanbod bieden, waarmee de veelzijdige ontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd. Het aanbod dient af te stemmen op alle talenten van kinderen, niet allee op cognitief gebied, maar ook bijvoorbeeld op sociaal, creatief, motorisch en emotioneel gebied.

o We willen als organisatie kunnen inspelen op de onderwijskundige ontwikkelingen, zoals het handelingsgericht en opbrengstgericht werken. We gaan uit van de onderwijsbehoeften van kinderen, om tot de meest optimale ontwikkeling te kunnen komen, met daarbij de hoogst haalbare resultaten.

o Op de peuterspeelzalen en scholen zal gewerkt worden met de doorgaande ontwikkelings- en leerlijnen. Het aanbod van de Kind Ontmoetingscentra (met de doorgaande leerlijn van 0-12 jaar) en een aanbod voor tussen- en naschoolse opvang, staan hierbij centraal. Er kan gewerkt worden volgens één pedagogische en educatieve visie. Kinderen worden in staat gesteld om hun talenten optimaal te ontwikkelen, gericht op kind nabije zorg. Er is sprake van een aanbod met doorgaande lijn van voor-/vroegschoolse periode, naar de gehele basisschool.

 

Speerpunt 5: Professioneel partnerschap

Samenwerking is een van de kernwoorden van beide organisaties. De samenwerking dient ook op professioneel gebied gezocht te worden. Doelstelling is om het professioneel partnerschap te vergroten.

Waar willen we naar toe?

o We willen het interne partnerschap in de organisaties vergroten. Alle medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om elkaar te ontmoeten. Hiertoe worden systematische en structurele overleg- en informatie uitwisselingsmomenten opgezet.

o We willen professionele leergemeenschappen inrichten, waarbij er sprake is van duidelijke leer- en ontwikkeldoelstellingen.

o We willen het externe partnerschap van de organisatie vergoten. De samenwerking met ketenpartners (zoals bestuursorganisaties, andere peuterspeelzalen en scholen of externe partijen) zal moeten worden vergroot en geïntensiveerd. Hiertoe worden systematische en structurele overleg- en informatie uitwisselingsmomenten opgezet.